Nederlands

A. Leven en laten leven

B. Vandaag niet, dan morgen

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Schatje kom terug

B. Brigitte

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Ik proat grunnegs

B. Verveling

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Ik hou van jou

B. Maar vanavond

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen; Prijs sticker op de hoes

A. Ay ay ay jij bent m'n lady

B. Ay ay ay you're my lady

Hoes- Goede staat

Plaat- Goede staat

A. Ik betaal m'n huur niet meer

B. De Rio

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen; Stempels op de hoes

A. Lilian

B. Waarom moet het noodlot ons scheiden

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Die zoen

B. Ik wil met je trouwen

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen; Wordt geleverd met enkel de voorzijde van de hoes.

A. Ben je alles vergeten

B. Moest dat zo wezen

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen; Sticker op de hoes

A. Laat m'n zonnebril maar zitten

B. Laten we maar gaan

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen: de hoes is beschadigd

A. Zomertijd is kusjestijd

B. Ik heb een zwak

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Ik speel een lied voor hem

B. Klein klokje

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Waarom dans je met die ander

B. Ik kwam, ik zag, ik overwon

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Boerencountry

B. Tachtig op de teller

Hoes- Goed

Plaat- Goed

A. Dans de hele nacht

B. Er is iemand

Hoes- Goed

Plaat- Goed

Opmerkingen; Er is geschreven op de hoes